In de gymzaal staan meerdere kegels in een rechte rij naast elkaar.
Pim krijgt de opdracht tussen elke 2 kegels één blokje te leggen.
Als hij daarmee klaar is, staan er in totaal 31 voorwerpen (kegels en blokjes samen).
Er staan ........ kegels in de rij.
(Vul een heel getal in.)
16 anders
(Een som van Jacques Schopman.)
Het aantal kegels is 1 meer dan het aantal ruimtes tussen de kegels, dus is ook het aantal kegels 1 meer dan het aantal blokjes.
Er zijn 16 kegels en 15 blokjes.
Zie ook de pagina
Optellen.