Welk getal ligt precies in het midden tussen -0,24 en 1,26?
0,41
0,65
0,75
0,51
Tel eerst -0,24 en 1,26 bij elkaar op en deel het resultaat door 2.
-0,24 + 1,26 = 1,02
en 1,02 : 2 = 0,51
Of met een getallenlijn:
Op een getallenlijn is de afstand tussen beide getallen 1,5. De helft is 0,75. Het gevraagde getal ligt op de getallenlijn 0,75 rechts van -0,24 en ook 0,75 links van 1,26. In beide gevallen 0,51.
Zie ook de pagina
Gemiddelde.
Meneer Willemsen neemt zeer consequent elke zaterdagmorgen op dezelfde tijd de elektriciteitsmeterstanden op.
De elektriciteitsmeter registreert het dag- en nachtverbruik gescheiden (in kWh). Elke keer zijn het twee meterstanden.
Op een zaterdagmorgen noteert hij bij deze meter:
16.439 (dag) en 11.591 (nacht).
Een week later:
16.467 (dag) en 11.612 (nacht).
Ga ervan uit dat de verbruiken elke dag hetzelfde zijn.
De eerstvolgende keer dat de twee meterstanden eindigen op hetzelfde getal van drie cijfers, is op ........ .
Wellicht ten overvloede: het gaat om de dag waarop de eindcijfers van de dagmeter gelijk zijn aan de eindcijfers van de nachtmeter.
zaterdag
donderdag
zondag
dinsdag
(Een som van Henk van Huffelen.)
De weekverbruiken zijn:
28 kWh (dag) en 21 kWh (nacht);
Dat is resp. per dag:
4 kWh en 3 kWh.
Het telwerk van het dagverbruik registreert per etmaal 1 kWh meer dan het telwerk van het nachtverbruik.
Op het moment van de eerste meteropname moet 591 – 439 = 152 kWh worden ingehaald. Dat duurt 152 dagen, dat is 21 weken en 5 dagen.
Daarom zijn op een donderdag de laatste 3 cijfers van beide telwerken gelijk.
Of:
Het telwerk van het dagverbruik registreert per etmaal 1 kWh meer dan het telwerk van het nachtverbruik.
Op het moment van de tweede meteropname moet nog 612 – 467 = 145 kWh worden ingehaald. Dat duurt 145 dagen, dat is 20 weken en 5 dagen.
Daarom zijn op een donderdag de laatste 3 cijfers van beide telwerken gelijk.
Zie ook de pagina
Energie.