Hans rekent bij de kassa een brood (€ 2,11), een kilo appels (€ 1,24) en 250 gram vlees (€ 4,95) af.
Hij betaalt met een briefje van 10 euro.
De caissière geeft hem € 2,30 terug.
Welke uitspraak is juist?





Hij krijgt 1 euro 70 te veel terug.





Hij krijgt 1 euro 70 te weinig terug.




Hij krijgt 60 cent te veel terug.





Hij krijgt 60 cent te weinig terug.
(Een som van Jacques Schopman.)
De drie artikelen kosten samen € 8,30.
€ 10,00 - € 8,30 = € 1,70
Hij zou € 1,70 moeten terugkrijgen.
Hij krijgt € 2,30 terug. Dat is te veel.
Het verschil tussen € 2,30 en € 1,70 is 60 cent.
Zie ook de pagina
Euro.