In een rekenboek uit 1910 worden inhoudsmaten ("ruimtematen") uitgelegd.
In die tijd was "Stère" (S) een gangbare term voor een kubieke meter.
Er waren ook twee afgeleide inhoudsmaten:
de Decastère (1 DS = 10 S) en
de Decistère (1 dS = 0,1 S).
Nu je dit weet, kun je ook berekenen:
2 dS = ........ dm³
(Vul een geheel getal in.)
200 anders
1 dS = 0,1 S
1 S = 1 m³ = 1000 dm³
2 dS = 0,2 S = 0,2 m³ = 200 dm³
Zie ook de pagina
Inhoud.
Tot hoe ver je kunt kijken naar een punt op de horizon, is met de volgende vuistregel te bepalen:
kijkafstand =
(13 x ooghoogte)
Hierbij is de kijkafstand in kilometers en de ooghoogte in meters.
Bijvoorbeeld: vanaf een toren van 100 meter kun je een roeibootje op 36 km afstand zien. Zie bovenstaande schets.
De ooghoogte van Willem is 1,90 m, die van zijn zus is 15 cm lager.
De kijkafstand van Willem verschilt ........ meter met die van zijn zus.
(Vul een heel getal in en rond zo nodig af. Gebruik een rekenmachine om de wortel te bepalen uit de vermenigvuldiging.)
200 anders
(Een som van Bert de Roo.)
13 x de ooghoogte van Willem is 13 x 1,90 = 24,7 meter
De kijkafstand van Willem is:
(24,7) = 4,9699... km = 4969,9 meter
13 x de ooghoogte van de zus is 13 x 1,75 = 22,75 meter.
De kijkafstand van de zus is:
(22,75) = 4,7696... km = 4769,6 meter
Het verschil in de kijkafstand is afgerond 200 meter.
Zie ook de pagina
Worteltrekken.