Op de laatste zondag van oktober komt een einde aan de zomertijd. Kees zet zondagochtend alle klokken een uur achteruit, maar met de slingerklok aan de muur kan dat niet. Deze moet hij vooruit draaien en de klok moet alle slagen maken die op de hele en halve uren gebruikelijk zijn.
De klok slaat op de hele uren het aantal uren (1 t/m 12) en op de halve uren slaat de klok één keer.
Het is op die klok 10.35 uur. Bij het doordraaien naar de juiste tijd laat Kees de klok netjes alle slagen afmaken. Dit werkje duurt minder dan twintig minuten.
Tijdens deze ingreep slaat de klok in totaal ........ keer.
(vul het aantal slagen in)
79 anders
Kees kan de klok natuurlijk een uur stilzetten, maar dat doet hij niet. Hij draait de klok vooruit tot ongeveer 09.55 uur (het tijdstip waarop hij klaar is).
De klok moet 11 uren en een aantal minuten vooruit gedraaid worden (niet 23 uren, want een slingerklok heeft een wijzerplaat met twaalf uren). Hij passeert daarbij de uren 11, 12 en dan 1 t/m 9. Dat zijn 23 + 45 = 68 slagen.
De klok komt 11 keer op een half uur (11.30 uur t/m 9.30 uur). Dat zijn 11 slagen.
In totaal 68 + 11 = 79 slagen.
Of:
Een andere berekening gaat uit van een volledige cyclus van 12 uren.
De getallen 1 t/m 12 zijn samen 78.
78 + 12 halve uren = 90.
Als de klok aan het begin van de actie op 5 over half elf staat en Kees moet hem doordraaien tot ongeveer 5 voor 10, dan passeren alle hele en halve uren, behalve 10 uur en half 11. Dat scheelt dus 10 + 1 = 11 klokslagen.
De klok slaat 90 - 11 = 79 keer.
Zie ook de pagina
Tijd.