Teken eventueel in gedachten een getallenlijn.

Zie ook de pagina Kommagetallen.

Als je beide getallen 100 keer zo groot maakt, verandert dat niets aan de uitkomst, maar de som wordt wel makkelijker:
3000 : 3 = 1000

Zie ook de pagina Kommagetallen delen.

Langs elke zijkant passen 15 tegels naast elkaar. Twee rijen zijn 30 tegels.
Vier zijden met 30 tegels zijn 120 tegels.
Daarna zijn er nog vier tegels nodig op elke hoek.

In totaal 120 + 16 = 136 tegels.


Of:
bij de binnenste rij tegels heb je nodig:
4 x (600 : 40) = 4 x 15 = 60 tegels
60 tegels + 4 hoektegels = 64 tegels.

Bij de tweede rij heb je nodig:
4 x (680 : 40) = 4 x 17 = 68 tegels
68 tegels + 4 hoektegels = 72 tegels.
Samen 64 + 72 = 136.

Of in decimeters:

Het perk gaat van 60 naar
60 + 4 x 4 = 76 decimeter met tegels in het vierkant.
Dat is van 3600 naar 5776 vierkante decimeter.
Dat is 2176 vierkante decimeter meer.
Een tegel is 4 x 4 = 16 vierkante decimeter.
Dat zijn 2176 : 16 = 136 tegels.

Of:
4 horizontale rijen van 15 tegels (even lang als het perk) = 60 tegels.
4 verticale rijen van 19 tegels (even lang als het perk + de vier horizontale rijen)= 76 tegels.
Totaal 136 tegels.

Zie ook de pagina Lengte.

(een som van Eugène Lamers)
Een jaar telt 12 maanden. Het is 12 keer per jaar de 13e.
Per keer is er een kans van 1 op 7 (7 verschillende dagen van de week) dat het een vrijdag is. Er zijn elk jaar 12 kansen van 1 op 7.
= 1, dat is tussen 1 en 2.

Opmerking: Door de werking van schrikkeljaren en doordat maanden een verschillend aantal dagen tellen, is het ene jaar anders dan het andere. In 2015 kwam vrijdag de 13e drie keer voor, zoals je kunt zien in onderstaande tabel.
Dat gebeurt weer in 2026.


Dit schema is van toepassing op 28 opeenvolgende jaren. Daarna herhaalt het patroon zich.

In 28 jaren zijn er 48 vrijdagen die op de 13e vallen.
48 keer in 28 jaar =
gemiddeld 12 keer in 7 jaar =
gemiddeld 12/7 keer per jaar.

Zie ook de pagina Tijd.