16938 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 10-10-2024 (niveau 3F)



eerdere test 10 OKT latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 3F hebben de test van 10-10-2024 zo ingevuld:



De afstand tussen twee bruggen is 1 km.
Op een kaart is de afstand 40 mm.
Op welke schaal is de kaart getekend?

3 % (afgerond)schaal 1 : 4000
76 % (afgerond)schaal 1 : 25.000 
9 % (afgerond)schaal 1 : 40.000
13 % (afgerond)schaal 1 : 250.000

40 mm op de kaart is 1.000.000 mm in werkelijkheid. De verhouding is dus
40 : 1.000.000
Als je beide getallen door 40 deelt, zie je de schaal
1 : 25.000

Deze schaal wordt toegepast bij 'Stafkaarten', o.a. gebruikt door natuurbeheerders. Er staat precies zoveel op als nodig is zonder dat ze onhandig groot worden.

Zie ook de pagina Schaal.



4 - 2 =

89 % (afgerond)2 
2 % (afgerond)2
2 % (afgerond)2
6 % (afgerond)2

Eerst gelijknamig maken:
4 - 2 = 2 = 2

Zie ook de pagina Breuken aftrekken.





Veel deelnemers aan Beter Rekenen hebben bij hun profiel hun geboortejaar ingevuld. Het cirkeldiagram laat zien hoe de verschillende leeftijdsgroepen boven de 50 jaar zijn verdeeld.
Ongeveer hoeveel procent van deze deelnemers is jonger dan 60 jaar?
("50-59 jaar" betekent "50 t/m 59 jaar")

3 % (afgerond)51%
92 % (afgerond)55% 
3 % (afgerond)32%
1 % (afgerond)28%

De vier groepen samen bevatten 5144 deelnemers. Daarvan zijn er 2831 jonger dan 60 (het blauwe segment).
1% van het geheel = 51,44 deelnemers.
2831 : 51,44 = 55,03. Het is dus ongeveer 55%.
Je kunt ook aan het diagram zien dat het blauwe deel iets groter is dan de helft (50%).

Zie ook de pagina Diagrammen.



In een toneelzaal zijn 20 rijen van 20 plaatsen breed.
Er zijn twee soorten kaartjes: de plaatsen in rijen vooraan zijn 2 euro duurder dan de plaatsen in rijen achteraan.

Alle prijzen zijn in hele euro's.
Er zijn meer duurdere dan goedkopere rijen.
Alle plaatsen samen brengen € 5000 op.
Een goedkopere plaats kost ........ euro.
(Vul een heel getal in. Gebruik geen komma of euroteken.)

34 %11 
66 %anders
(Een som van Carel Willem de Visser.)
Gemiddeld kost een plaats 12,50 euro.
De twee tarieven zijn een geheel getal en er zit 2 euro verschil tussen. Je kunt het gemiddelde 12,50 dan op twee manieren bereiken:
15 x 12 + 5 x 14
5 x 11 + 15 x 13
Van deze twee mogelijkheden valt de eerste af, omdat er meer dure dan goedkope plaatsen moeten zijn.
Er zijn dus 5 rijen van € 11 per plaats en 15 rijen van € 13 per plaats.


Een andere manier om op dezelfde oplossing te komen:
Als je van elke rij één plaats rekent, heb je 20 plaatsen achter elkaar. Deze brengen 5000 euro : 20 = 250 euro op.

Aantal duurdere rijen = D
en D is groter dan 10
Aantal goedkopere rijen = G
Een goedkoop kaartje = K euro
Een duur kaartje kost K + 2 euro

Er zijn 20 rijen:
D + G = 20
G = 20 - D

20 plaatsen achter elkaar brengen 250 euro op:
D x (K + 2) + G x K = 250
Vervang G door (20 - D)
D x (K + 2) + (20 - D) x K = 250
D x K + 2 x D + 20 x K - D x K = 250
2 x D + 20 x K = 250
D + 10 x K = 125
D = 125 - 10 x K

K is een geheel getal. Als het goedkope kaartje € 1 zou kosten (K = 1), zouden er 125 - 10 = 115 duurdere rijen zijn, maar er zijn maar 20 rijen.
10 x K moet groter zijn dan 105, want dan is 125 - 10 x K kleiner dan 20. K moet groter zijn dan 10,5
10 x K moet kleiner zijn dan 115, want dan is 125 - 10 x K groter dan 10. K moet dus kleiner zijn dan 11,5.
Er is maar één geheel getal tussen 10,5 en 11,5 en dat is 11.

Het goedkope kaartje kost € 11 en het dure € 13.
Er zijn dan 125 - 110 = 15 duurdere rijen en 20 - 15 = 5 goedkopere rijen en dat klopt:
15 duurdere rijen van 20 x € 13 = € 3900
5 goedkopere rijen van 20 x € 11 = € 1100
€ 3900 + € 1100 = € 5000


Of deze derde manier:
Gemiddeld kost een plaats 12,50 euro.
Er zijn meer duurdere dan goedkopere plaatsen.
Stel 2 duurdere tegen 1 goedkopere plaats. Dat zijn drie plaatsen voor samen gemiddeld 37,50 euro.
Dat kan niet want alle prijzen zijn in hele euro's.
Stel 3 duurdere tegen 1 goedkopere plaats. Dat zijn vier plaatsen voor samen gemiddeld 50 euro.
Die drie duurdere plaatsen zijn samen 6 euro duurder dan drie goedkopere plaatsen.
(50 - 6) : 4 = 44 : 4 = 11 euro voor een goedkopere plaats.

Zie ook de pagina Vergelijkingen.



TOTAALRESULTAAT:
73% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)








Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2010 - Beter Rekenen is een initiatief van

Martin van Toll Producties