Heidi en Suzan staan op de hoek van de straat te praten. Na een poosje zijn ze uitgekletst en vertrekken ze beiden op hetzelfde moment naar dezelfde supermarkt.
Heidi gaat op de scooter en Suzan te voet.
De snelheid van Suzan is 5 km/uur.
Als Suzan 50 stappen heeft gezet, heeft Heidi de supermarkt al bereikt.
Dan moet Suzan nog 250 stappen zetten om ook de supermarkt te bereiken.
De gemiddelde snelheid van de scooter was ........ km/uur.
30 anders
(Een som van Jacques Schopman.)
In totaal loopt Suzan de afstand naar de supermarkt in 300 stappen.
Als ze 1/6 van de afstand (50 stappen) heeft afgelegd, heeft Heidi het hele stuk gereden.
De snelheid van de scooter is dus 6 keer zo groot als die van de wandelaar. Dat is 30 km/uur.
Zie ook de pagina
Verhoudingen.