|
|
17010 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
|||
 |
|
|
|
Dit is een muismat van Beter Rekenen:
Een vermenigvuldigtabel tot 20 x 20.
Een spiekbrief onder je muis bestellen?
Kies uit vier modellen.
Antwoorden van 28-08-2024 (niveau 3F)
28 AUG 
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 3F hebben de test van 28-08-2024 zo ingevuld:
Computers werken met nullen en enen, binaire getallen. De binaire getallen 1, 10, 100 en 1000 zijn in het normale tientallig stelsel 1, 2, 4 en 8 (oftewel 2 tot de macht 0, 1, 2, en 3).
Je kunt binaire getallen omrekenen naar "normale", decimale getallen.
0 = 0,
1 = 1,
10 = 2,
11 = 3,
100 = 4,
101 = 5, enzovoort.
De decimale waarde van het binaire getal 11011 is ........ .
27 
andersBegin bij het achterste cijfer. Van rechts naar links staan de enen in het binaire getal voor decimale waarden 1, 2, 4, 8, enzovoort.
Van achter naar voren zijn de enen in 11011 waard: 1, 2, 8 en 16.
16 + 8 + 2 + 1 = 27.
Of:
De waarde van binaire getallen 1, 10, 100, 1000 is steeds een verdubbeling (1, 2, 4, 8, enzovoort).
Als je bij die getallen de 1 weghaalt en alle nullen vervangt door enen, is de waarde 1 minder:
binair 100 = 4, binair 11 = 3
binair 1000 = 8, binair 111 = 7
binair 10000 = 16, binair 1111 = 15
binair 100000 = 32, binair 11111 = 31
binair: 11111 - 100 = 11011
decimaal: 31 - 4 = 27
Zie ook de pagina Binaire getallen.
Van achter naar voren zijn de enen in 11011 waard: 1, 2, 8 en 16.
16 + 8 + 2 + 1 = 27.
Of:
De waarde van binaire getallen 1, 10, 100, 1000 is steeds een verdubbeling (1, 2, 4, 8, enzovoort).
Als je bij die getallen de 1 weghaalt en alle nullen vervangt door enen, is de waarde 1 minder:
binair 100 = 4, binair 11 = 3
binair 1000 = 8, binair 111 = 7
binair 10000 = 16, binair 1111 = 15
binair 100000 = 32, binair 11111 = 31
binair: 11111 - 100 = 11011
decimaal: 31 - 4 = 27
Zie ook de pagina Binaire getallen.
Gretha had een heel jaar op haar spaarrekening € 7000 staan. Zij kreeg € 119,00 rente over dat jaar.
Claudia had (in datzelfde jaar) het hele jaar € 6750 spaargeld en kreeg € 121,50 rente over dat jaar.
Wie kreeg het hoogste rentepercentage en hoeveel is dat dan?
Claudia: 1,7%Gretha: 1,7%Gretha: 1,8%Claudia: 1,8% Je kunt eerst van beide dames het rentepercentage uitrekenen.
1% van het geld van Gretha = € 70,00.
Gretha krijgt 119 : 70 = 1,7% rente.
1% van het geld van Claudia is € 67,50.
Claudia krijgt 121,50 : 67,50 = 1,8% rente en dat is het hoogste percentage.
Wie handig is, ziet al meteen dat Claudia de hoogste rente krijgt, want ze krijgt meer geld met een lager saldo.
Zie ook de pagina Hoeveel procent.
1% van het geld van Gretha = € 70,00.
Gretha krijgt 119 : 70 = 1,7% rente.
1% van het geld van Claudia is € 67,50.
Claudia krijgt 121,50 : 67,50 = 1,8% rente en dat is het hoogste percentage.
Wie handig is, ziet al meteen dat Claudia de hoogste rente krijgt, want ze krijgt meer geld met een lager saldo.
Zie ook de pagina Hoeveel procent.
Je hebt een kubus met een ribbe van 15 cm. Hoe lang zijn alle ribben samen?
120 cm180 cm 240 cm90 cmDe bovenkant heeft vier ribben, de onderkant ook en dan zijn er nog 4 staande ribben. Totaal 12 dus.
12 x 15 cm = 180 cm.
Zie ook de pagina Lengte.
12 x 15 cm = 180 cm.
Zie ook de pagina Lengte.
Kees en Klaas brengen een bezoek aan hun vriend Koos.
Kees maakt de rit van 20 km met de fiets.
Klaas gaat met de auto, omdat hij nog een pakketje moet afgeven bij Karel, een andere vriend. De afstand van Klaas naar Karel is 27 km en van Karel naar Koos 13 km. Klaas rijdt met een gemiddelde snelheid van 50 km/u.
Kees en Klaas vertrekken gelijktijdig van hun eigen huis en Klaas had 2 minuten nodig om het pakketje af te geven en een korte toelichting te geven.
Kees en Klaas komen precies op hetzelfde tijdstip bij Koos aan.
Kees fietst de afstand naar Koos met een gemiddelde snelheid van ........ km/u.
24 anders(Een som van Henk van Huffelen.)
Klaas rijdt 27 + 13 = 40 km.
Dat duurt 40 : 50 x 60 = 48 minuten.
Kees is 48 + 2 = 50 minuten onderweg.
Kees fietst 20 km in 50 minuten. Zijn gemiddelde snelheid is:
60 : 50 x 20 = 24 km/u.
Of:
Klaas rijdt 40 km met 50 km/u.
Daar doet hij 40/50 uur over. Dat is 4/5 deel van 60 minuten, 48 minuten.
Samen met die 2 minuten bij Karel is hij 50 minuten onderweg.
Kees fietst 20 km in 50 minuten.
Dat is 4 km in 10 minuten.
Dat is 24 km in 60 minuten.
Hij fietst 24 km/u.
Zie ook de pagina Snelheid.
Klaas rijdt 27 + 13 = 40 km.
Dat duurt 40 : 50 x 60 = 48 minuten.
Kees is 48 + 2 = 50 minuten onderweg.
Kees fietst 20 km in 50 minuten. Zijn gemiddelde snelheid is:
60 : 50 x 20 = 24 km/u.
Of:
Klaas rijdt 40 km met 50 km/u.
Daar doet hij 40/50 uur over. Dat is 4/5 deel van 60 minuten, 48 minuten.
Samen met die 2 minuten bij Karel is hij 50 minuten onderweg.
Kees fietst 20 km in 50 minuten.
Dat is 4 km in 10 minuten.
Dat is 24 km in 60 minuten.
Hij fietst 24 km/u.
Zie ook de pagina Snelheid.
TOTAALRESULTAAT:
69% goedUitleg van de kleuren en symbolen:
het juiste antwoord (door jou gekozen)
een fout antwoord (door jou gekozen)
Beter Spellen
Beter Rekenen
NU Beter Engels
NU Beter Duits
NU Beter Frans
NU Beter Spaans
Beter Bijbel
| © 2010 - Beter Rekenen is een initiatief van |