Ilse en haar vijf vriendinnen hebben allemaal een aantal munten van 1 euro. De meisjes hebben respectievelijk 3, 5, 7, 10, 11 en 12 munten.
Ze herverdelen de munten zodanig, dat uiteindelijk iedereen evenveel muntstukken heeft.
Minimaal ........ munten moeten van eigenaar wisselen.
(Vul een heel getal in.)
9 anders
(Een som van Jacques Schopman.)
In totaal zijn er 48 muntstukken.
Het gemiddelde is 8.
Uiteindelijk moet iedereen er 8 hebben.
De meisjes met 3, 5 en 7 munten krijgen er munten bij:
3 + 5 = 8
5 + 3 = 8
7 + 1 = 8
In totaal krijgen zij er 9 munten bij.
Die komen van de meisjes met 10, 11 en 12 munten.
Er moeten minstens 9 munten van eigenaar wisselen.
Zie ook de pagina
Gemiddelde.