Sarina heeft 48 rode en 16 gele kubusjes. Ze zijn allemaal even groot.
Met al deze kubusjes maakt ze één grote massieve kubus. Daarbij zorgt ze ervoor dat zoveel mogelijk gele vlakjes zichtbaar zijn.
Ze lijmt alles goed vast, zodat ze de grote kubus kan optillen en ook de onderkant kan bekijken.
In totaal zijn bij de grote kubus ........ vlakjes van de kleine gele kubussen zichtbaar.
(Vul een heel getal in.)




40 



anders
(Een som van Jacques Schopman.)
Er zijn in totaal 64 kleine kubusjes.
De grote kubus bestaat uit 4 x 4 x 4 kleine kubusjes.
Om zoveel mogelijk gele vlakjes te zien, moeten er gele kubusjes op de hoeken komen.
Als je op de 8 hoeken een geel kubusje plaatst, heb je 8 x 3 = 24 zichtbare gele vlakjes.
De andere 8 gele kubusjes komen op de ribben, want dan zijn er per blokje twee vlakken zichtbaar. Dat zijn er 8 x 2 = 16.
In totaal zijn er dan 24 + 16 = 40 gele vlakjes te zien.
Bijvoorbeeld:

Zie ook de pagina
Ruimtelijke vormen.