625 gram - 0,4 hg + 950 mg = ........ mg
(Vul een geheel getal in, zonder punten, spaties of komma's.)




585950 



anders
Eerst alles omzetten naar eenzelfde eenheid, bijvoorbeeld naar grammen:
1 hg = 100 gram
1 mg = 0,001 gram
625 - 40 + 0,95 = 585,95
585,95 gram = 585950 mg
Zie ook de pagina
Gewicht.

Topzwemmer Pieter staat aan de kade van een breed water. Schuin voor hem, op 53 meter afstand, dobbert de strandbal van zijn neefje.
De kortste afstand van de strandbal tot aan de kade is 45 meter.
Bovenstaande situatieschets is misschien niet in de juiste verhouding getekend.
Pieter wil de strandbal zo snel als mogelijk terug op de kade brengen. Hij kan direct in het water springen en naar de bal zwemmen, maar hij kan ook eerst langs het water rennen en dan een korter stuk zwemmen.
In beide gevallen doet hij er precies even lang over om de bal te bereiken.
Pieters zwemsnelheid is 7,2 km/u.
Zijn hardloopsnelheid is ........ m/s.
(Vul een geheel getal in. Indien nodig afronden.)
Het is windstil, er staat geen stroming, rennen en zwemmen gebeurt met constante snelheid.




7 



anders
(Een som van Sjoerd Visser)
Eerst de tekening even in de juiste verhouding zetten:

Met de stelling van Pythagoras kun je uitrekenen dat de afstand langs de kade 28 meter is:
a² + 45² = 53²
a² + 2025 = 2809
a² = 784
a = 28
Zwemsnelheid:
7,2 km/u = 7200 m/3600 s = 2 m/s
Pieter zwemt de 53 m in 26,5 seconden.
Hij zwemt de 45 m in 22,5 seconden.
Het verschil is 4 seconden.
Om beide routes in dezelfde tijd te doen, moet hij in 4 seconden het stuk langs de kade rennen.
Hardloopsnelheid:
28 meter in 4 seconden = 7 m/s.
Zie ook de pagina
Snelheid.