Als je kommagetallen moet delen, let dan goed op waar je de komma plaatst in het antwoord.
Een paar voorbeelden, om te laten zien wat je in de uitkomst merkt van de komma:
Voor elk cijfer dat het deeltal (2,4) achter de komma heeft, schuift de komma in de uitkomst een plaats naar links.
Maar als je gaat delen door een kommagetal, gebeurt er iets anders:
Voor elk cijfer dat de deler (0,2) achter de komma heeft, schuift de komma in de uitkomst een plaats naar naar rechts.
In het getal 12 staat geen komma, maar 12 is hetzelfde als 12,0 en daarin staat wel een komma. Als je die een plaats naar rechts schuift, staat er 120.
Makkelijker: vermenigvuldig beide getallen met 10, 100 of 1000
Veel mensen vinden het makkelijker om eerst de komma te verschuiven, maar dan wel in beide getallen dezelfde kant op:
Nog enkele voorbeelden van delen door een kommagetal:
1,212 : 0,12 = ....?
321,6 : 0,08 = ....?
0,25 : 0,2 = ....?