Je ziet hier een vierkante toren van 200 cm hoog waarvan de omtrek 160 cm is.
De toren is opgebouwd uit kubussen met een ribbe van 20 cm. Deze kubussen staan strak tegen elkaar aan. Er zijn geen holle ruimtes in de toren.
De toren bestaat uit ........ kubussen.
40 anders
De omtrek van 160 cm krijg je door de toren twee kubussen breed te maken. Elke laag bestaat dan uit vier kubussen.
De omtrek is dan 40 + 40 + 40 + 40 = 160 cm.
Je hebt 10 van die lagen nodig om een hoogte van 2 meter te bereiken. 10 x 4 = 40 kubussen.
Of:
De inhoud van een kubus is
2 x 2 x 2 = 8 dm³.
De inhoud van de toren is 4 x 4 x 20 = 320 dm³.
320 : 8 = 40
Zie ook de pagina
Inhoud.
De toneelvereniging organiseert elk najaar een theaterfestival.
Zes zaterdagavonden achter elkaar wordt er een toneelstuk opgevoerd door telkens een andere vereniging.
Entreeprijs:
8 euro voor een voorstelling,
40 euro abonnement voor alle zes de voorstellingen.
Er worden 90 abonnementen verkocht. Verder worden losse toegangskaarten verkocht.
Het theater is iedere zaterdagavond volledig uitverkocht.
Aan het eind van het festival is 6960 euro aan entreegeld binnengekomen.
Het theater heeft ........ plaatsen.
(Vul een geheel getal in.)
160 anders
(Een som van Geja Geus.)
90 abonnementen = 90 x 40 = 3600 euro
6960 - 3600 = 3360 euro uit de losse kaartverkoop voor 6 avonden.
3360 : 6 = 560 euro per avond uit losse kaartverkoop.
560 euro : 8 euro = 70 plaatsen voor losse verkoop
90 + 70 = 160 plaatsen totaal.
Zie ook de pagina
Gemengde bewerkingen.