Antwoorden van 15-10-2024 (niveau 3F)
15 OKT 
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 3F hebben de test van 15-10-2024 zo ingevuld:
Verhoudingen:
2
: 1
is hetzelfde als 17
: ........ 
10 
andersJe hoeft dit niet te behandelen als twee deelsommen, maar als twee verhoudingen.
In de eerste verhouding is het linker getal 2 en in de tweede verhouding is het linker getal 17.
17 is 8 x 2.
Als je het rechter getal uit de eerste verhouding ook vermenigvuldigt met 8, is de verhouding weer in balans:
8 x 1 = 10.
Zie ook de pagina Verhoudingen.
In de eerste verhouding is het linker getal 2
en in de tweede verhouding is het linker getal 17.17
is 8 x 2.Als je het rechter getal uit de eerste verhouding ook vermenigvuldigt met 8, is de verhouding weer in balans:
8 x 1
= 10.Zie ook de pagina Verhoudingen.
7,5 : 0,01 =
0,75750 750,075Als je beide getallen 100 keer zo groot maakt, verandert dat niets aan de uitkomst, maar de som wordt wel makkelijker:
750 : 1 = 750
Zie ook de pagina Kommagetallen delen.
750 : 1 = 750
Zie ook de pagina Kommagetallen delen.
3 ha = ........ m²
300090030.000 90.000Karel kan in zijn eentje een kippenhok timmeren in 10 uur.
Lodewijk timmert een identiek kippenhok in 6 uur.
Als ze het werk samen doen – op dezelfde manier en in hetzelfde tempo als wanneer ze het karwei alleen doen – is het kippenhok in ........ KWARTIER af.
(Vul een heel getal in en rond zo nodig af.)
15 anders(Een som van Jacques Schopman.)
Karel doet in 1 uur 1/10 deel van het werk.
Lodewijk doet in 1 uur 1/6 deel van het werk.
Samen doen ze in 1 uur 1/10 + 1/6 deel van het werk.
Gelijknamig maken:
1/10 + 1/6 = 3/30 + 5/30 = 8/30 deel van het werk.
Vereenvoudigen:
Samen doen ze in een uur 4/15 deel van het werk.
Dat is in 1 kwartier 1/15 deel van het werk.
Het hele werk doen ze in 15 kwartier.
Zie ook de pagina Breuken optellen.
Karel doet in 1 uur 1/10 deel van het werk.
Lodewijk doet in 1 uur 1/6 deel van het werk.
Samen doen ze in 1 uur 1/10 + 1/6 deel van het werk.
Gelijknamig maken:
1/10 + 1/6 = 3/30 + 5/30 = 8/30 deel van het werk.
Vereenvoudigen:
Samen doen ze in een uur 4/15 deel van het werk.
Dat is in 1 kwartier 1/15 deel van het werk.
Het hele werk doen ze in 15 kwartier.
Zie ook de pagina Breuken optellen.
TOTAALRESULTAAT:
71% goedUitleg van de kleuren en symbolen:
het juiste antwoord (door jou gekozen)
een fout antwoord (door jou gekozen)Help | Contact | Instellingen |
Martin van Toll Producties
in samenwerking met
