In een rekenboek uit 1910 worden inhoudsmaten ("ruimtematen") uitgelegd.
In die tijd was "Stère" (S) een gangbare term voor een kubieke meter.
Er waren ook twee afgeleide termen: de Decastère (1 DS = 10 S) en de Decistère (1 dS = 0,1 S).
Nu je dit weet, kun je ook berekenen:
5 dS = ........ cm³
(Vul alleen cijfers in. Geen spaties, komma's of punten.)
500000 anders
1 S = 1 m³ = 1.000.000 cm³
1 dS = 0,1 m³ = 100.000 cm³
5 dS = 500.000 cm³
Zie ook de pagina
Inhoud.
Aan de buitenzijde van een wiel (aan de omtrek) zijn, op gelijke onderlinge afstand, zes nokken aangebracht. Als het wiel draait, raken de nokken per volledige omwenteling zesmaal een schakelcontact. Bij elke aanraking flitst het lampje dat aan deze schakelaar verbonden is.
Het wiel draait met een gelijkmatige snelheid.
In 1,5 seconde maakt het wiel één volledige omwenteling.
In precies 5 minuten flitst het lampje ........ keer aan en uit.
De meting begint en eindigt vlak vóór een flits.
(Vul een geheel getal in.)
1200 anders
(Een som van Henk van Huffelen)
Tijdens een volledige omwenteling van het wiel flitst het lampje zesmaal. In 5 minuten maakt het wiel 5 x 60 : 1,5 = 200 omwentelingen.
Het lampje flitst in die tijd
200 x 6 = 1200 keer.
Of:
6 flitsen in 1,5 seconde.
60 flitsen in 15 seconden.
240 flitsen in 1 minuut.
1200 flitsen in 5 minuten.
Zie ook de pagina
Tijd.