Als je het gemiddelde van een aantal getallen wilt uitrekenen, tel je alle getallen bij elkaar op en je deelt het totaal door het aantal getallen. Bijvoorbeeld:
Bart heeft vijf proefwerken gedaan. Hij haalde daarbij achtereenvolgens een 6, 8, 7, 8 en 9. Wat is zijn gemiddelde cijfer?
Het gemiddelde van veel cijfers
Vijftig leerlingen doen hetzelfde proefwerk. Na afloop krijgt iedereen een rond getal als score. Hier zijn de resultaten van de hele groep:
2x 4
6x 5
11x 6
16x 7
8x 8
5x 9
2x 10
Om het gemiddelde te berekenen, moet je eerst het totaal van alle cijfers weten:
aantal |
score |
totaal |
2 |
4 |
2x4= 8 |
6 |
5 |
6x5= 30 |
11 |
6 |
11x6= 66 |
16 |
7 |
16x7= 112 |
8 |
8 |
8x8= 64 |
5 |
9 |
5x9= 45 |
2 |
10 |
2x10= 20 |
50 |
345 |
Het gemiddelde is 345 : 50 = 6 rest 45 = [6 45/50] = [6 9/10] = 6,9
Met negatieve getallen erbij
In een week is de temperatuur overdag achtereenvolgens:
dag |
temperatuur (gr.Celsius) |
ma |
+2 |
di |
+3 |
wo |
-2 |
do |
0 |
vr |
-3 |
za |
-2 |
zo |
-5 |
7 dagen |
-7 |
Wat is de gemiddelde dagtemperatuur? Je kunt weer alle getallen bij elkaar optellen, maar denk eraan dat een negatief getal optellen, betekent dat het totaal minder wordt. Maandag en dinsdag zijn samen 5 graden, maar als je woensdag erbij telt (-2), kom je op 3 graden. In totaal is het -7. De gemiddelde temperatuur is dan (-7) : 7 = (-1).